34°
V00RBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
huis, doch reeds op 4 Juli d. a. v. zetten zij het voor
f 5880.— van de hand aan Frederik Marten Cunes uit
den Haag. Drie jaar later verkocht Cunes Westenburch
aan Susanna Jacoba Visser, weduwe Mr. Adriaen Ravens
voor de som van f 6270.— Het huis met koetshuis,
paardenstal, tuin en boomgaard groot 200 roeden, kwam in
1788 voor ƒ5600 aan Jan van der Loo, daarna in 1798
aan de dames Catharina Cornelia, Elisabeth Wilhelmina,
Jacoba Magdalena, Clara Johanna, en Johanna Philippina
Schorer uit Rijswijk; de koopsom bedroeg ƒ5200.—
Omstreeks 18to werd het buitentje bewoond door Mej.
E. M. van Staveren, wed Wijnpersse en in 1826 door
J. P. Krabbe.
In 1623 werd door den Rijswijkschen timmerman
Adriaen Cornelis Hes „TreckvlieC nieuw opgetrokken.
De eigenaar verkocht het huis in 1630 voor 1000,
aan Hendrik Husier van Batenburch, sergeant van de
guarde van Zijne Hoogheid, die het den 4den Mei 1642
voor f 1500 aan Hendrick Henricxz transporteerde. Voor
het eerst komt de naam Treckvliet in 1652 voor, toen
Wouter Verstap, gehuwd met Clara de Grau, die reeds
verschillende huizen aan de Flaagsche Schuitkade bezat,
de woning aankocht. Het was volgens de beschrijving
uit die dagen, ten tijde dat de nieuwe eigenaar Johan
van ’s-Gravenpolder, schepen van Voorburg, gehuwd met
Anna Leyniers, die de huizen van Verstap in bezit had
gekregen, het op 23 Maart 1671 aan Abraham Hartman
te Rotterdam overdeed, een groot fraai huis. Later werd
deze raad en vroedschap van Schoonhoven. De executeurs
van het testament van zijne weduwe Cornelia Maertens deden
den eigendom in 1710 over aan den wijnkooper Thomas
de Bye. Diens weduwe, Johanna de Vooght, huwde
tweemaal, het laatst met Gerard Hasebroek te Vlaar-
dingen. De luitenant kolonel Francois van Nispen,