VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
341
opvolgend eigenaar, liet den tuin fraai aanleggen. Hij
woonde er met zijn vrouw Adriana van Huyssen vijf en
dertig jaar, waarna bij hun overlijden de buitenplaats
aan Magnus Harmanus Scherpingh voor ƒ4700 overging.
Diens exécuteurs deden haar in 1795 voor den prijs
van f 3600 over aan zijn zuster Lambertina Scherpingh,
weduwe Jan Gijsbert Drabbe, burgemeester van Bergen
op Zoom. In 1817 vinden wij Mr. Card Fredrik Brand,
raad en rekenmeester der domeinen te Voorburg
eigenaar van een huis, stal, koetshuis en koepeltje en
eindelijk in 1832 de koopman Daniël Hatz.
De uitgestrekte tuin is thans voor andere doeleinden
bestemd, terwijl een deel der benedenverdieping van het
huis tot werkplaats wordt gebezigd.
Ook „Hoevenburg' is op heden niets meer dan een
gewoon burgerhuis van bescheiden afmeting, terwijl „Noyt
volmaeckt" tot winkel met bovenhuizen is verbouwd. Ook dit
huis werd eenmaal buitenplaats genoemd. Johannes Kleynen-
bergh, gehuwd met Maria Heylebeeck te Delft wonende,
verkocht het in 1778 voor 2350.aan Gerard Scheurleer,
Commies ten Comptoire generaal van Holland in den
Haag. 14 Januari 1785 werd „Noyt Volmaeckt" eigendom
van Vincent Ferdinand Bogaard, Raadpensionaris van het
collegie ’s lands van den Vrije te Sluis. De koopprijs was
3800.— Door orangisten in 1788 geplunderd, werd
deze fraaie woning door het prinsgezind gepeupel op de
ergerlijkste wijze verder vernield. De eigenaar was echter
intijds uitgeweken.
Elsenburch”eveneens aan de Schuitkade gelegen werd
in 1632 nieuw gebouwd en tot herberg ingericht, waarvan
in 1658 eigenaar werd Pieter Breroe; in 1662 kwam zij door
erfenis aan Willem Dirx van der Speek, in 1681 aan Maerten
Dirx van Noort, waarna in 1708 Paulus Marcellus van
Raey de zaak dreef.