346
VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
i) Jhr. Jacob Snoeckaert die in Dec. 1643 met Anna van
Paffenrode getrouwd was, uit welk huwelijk hij een dochter
had Anna Wilhelmina, die 4 Dec. 1644 gedoopt werd, huwde
waarschijnlijk voor de tweede maal 8 Nov. 1682 met Jonkvrouwe
Machtelt Adriana van Renoy, Vrouwe van Berckel, won. in
den Haag.
Haag benoemd. Na een werkzaam aandeel in den opstand
tegen Spanje genomen te hebben, overleed hij reeds in 1582
zonder nakomelingschap na te laten.
Inmiddels was het kasteel in 1563 aan de familie
Snouckaert gekomen, die het tot 1678 in eigendom
hebben bezeten. Door aanhuwelijking kwam het aan Jhr.
Willem van Nobelaer, heer van Kerckwerve, zwager van
Jacob Snouckaert. Op de Binckhorst woonden tevens
de echtelieden Pieter van Staeckenbeeck „geweldige van
de Generaliteijt” en Anthonette van Banchem die beiden op
genoemde hofstede overleden. Op 6 Dec. 1663 werd door
hunnen erfgenaam Mr. Johan van Banchem, oud burge
meester en schepen te ’s-Gravenhage aangifte hunner
nalatenschap gedaan. In 1690 verkreeg Jhr. Henry du
Vernet, heer van Lavallé, gehuwd met Anna de la
Chevallerie, den eigendom.
Een vermogend Rotterdamsch koopman Johan Huyman,
gehuwd met Maria Timmers, bewoonde het in 1727,
die het sterk vervallen slot liet restaureeren en doordien
het zware bosch in den loop der jaren grootendeels ge
sloopt was geworden, het terrein met jong hout deed be
planten. In 1734 wordt het omschreven als een buitenhuis,
bouwhuis en tuinmanshuis met 36 morgen 3 hond land.
Na den dood van den bewoner Mr. Isaac Johan de
Roy, gehuwd met Catharina van Half-Wassenaer in
1796, verkochten de curateuren de bezitting aan Jacobus
en Pieter Willem Wouters. In 1764 was het bosch voor
een groot deel omgehouwen en in 1784 had weder een