VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
3+9
Van 19—21 April 1780 werd op de buitenplaats door
Maurits Cornelis de Waall van Lexmondt boelhuis gehouden.
dellijk daarop deed deze het weder over aan Jan Christiaan
van den Bosch, voor den prijs dien hij er voor gegeven
had n.l. 5600. 3 Mei 1800 verkocht Johannes Duyf-
huys aan Mr. Johan Anthony Schiefbaan voor f 1500,
de helft in 3 morgen en 16 roeden land, zijnde de grond
van de geamoveerde buitenplaats waarna deze ook 16 Mei
1801 de andere helft verkreeg, bestaande in een huis,
schuur, hooiberg en de laan met 2 morgen teelland.
De koopprijs bedroeg f 2350.--
Aan den achterweg strekkende uit de Broeksloot tot
in den Vliet toe lag ook de buitenplaats „Agterhoff” die
in 1713 aan Ewout Brant, burgemeester van den Haag,
behoorde. Voor dien tijd was zij aan Ghysbrecht Claesz.
Landershoff verhuurd. Hierop verkreeg de Rotterdamsche
koopman Adriaen Sleght de hofstede, die door Brant
nieuw gebouwd was en uit een huis met teelland en
nog een woning bestond; een derde huis was inmiddels af
gebroken geworden. In 1738 verkochten zijne erfgenamen
de bezitting aan Johan de Waal Jr. commissaris van de
monsteringen, getrouwd met Barbara Wilhelmina van
Zurck, die den haam in Waalhoff” omzette. Het buiten
huis met stalling en koetshuis bleef tot 1780 in zijne
familie, tot zij door de erfgenamen van Vrouwe Alette
Johanna de Waall, weduwe van Johan Theodoor, baron
van Friesheim1) voor ƒ5040 aan Mr. Arnoldus Adrianus
van Tets, Vrijheer van de beide Goudrianen en Langerak,
eigenaar van Vreugd en Rust werd getransporteerd, die
in 1782 de huizen deed af breken.
Aan de naar den Achterweg voerende laan, ligt het
fransche kerkgebouw, hetwelk zijn naam aan deze straat
heeft gegeven. De gemeente werd in 1688 door den