VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
353
23
1) Jhr. Willem van Egmont van der Nieuburch, heer van
Waerdesteijn huwde 25 April 1683 met Catharina Barbera de
Stembor uit den Haag.
Oorspronkelijk was „Eijnddorp" een boerenwoning met
schuur, barg en geboomte, ter grootte van 22 morgen 4
hond 1 roede en 6 voet land, met een vogelkooi in ’t
midden van het land gelegen. Op 25 Oct. 1645 was de
plaats voor ruim ƒ22000.— overgegaan aan Jacob van
der Graeff, hoogheemraad van Delfland, van wien het
in handen kwam van Mr. Johan Hallingh, oud Raad van
Dordrecht, die 13 Juli 1661 Mr. Jacob van der Houven,
burgemeester van den Haag voor ruim f 18000.—
eigenaar maakte.
„Eijnddorp” dankt zijn ontstaan als buitenplaats aan
dezen laatsten kooper. In het laatst der 17® eeuw gesticht,
vererfde de bezitting aan zijne kinderen Elisabeth van
der Houven, gehuwd met Mr. Simon Rooseboom, Arend
en Maria van der Houven, waarna de eerste in 1726
de plaats alleen verkreeg. Na hun overlijden ging zij
weder door erfenis over aan Mr. Adriaen Boey, daarna
aan zijn douairière Hatze des Tombe, van wier exe
cuteuren Mr. Alexander Mitchell op 11 Oct. 1792 de
buitenplaats met boerenwoning en landerijen ter gezamen
lijke grootte van 25 morgen 4 hont 50 roeden aankocht.
Bij dezen koop behoorde ook het huis „de Bonte Os”,
aan de noordzijde der Heerestraat gelegen, terwijl de
koopsom ruim ƒ12800.— bedroeg.
De boerenplaats „Noorderburg” oorspronkelijk eigendom
van Elisabeth van Paffenrode en in 1655 in het bezit der
Jonkheeren van Egmond van der Nieburch, kwam 28 Feb.
1704 in handen van den solliciteur militair Leonard van
der Kaa. De woning was verhuurd aan Jeroen Jacobsz.
Wassenaer en het daarnaast gelegen huis aan Hamocker.
Het geheel was omstreeks 20 morgen groot en strekte