DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE I 7® EEUW. 27
Gedenkschrift
b Rott. Hs. n°. 9 en n°. 1182 en daaruit bij J. Tideman:
Gedenkschrift van het 250-jarig bestaan der Remonstrantsche
Broederschap Rott, 1869 blz. 133—136.
2) Rott Hs. n°. 437.
Rott. Hs. n°. 166. Tideman, Stichting II. 31.
4) Rott. Hs, n°. 369.
l) Rott. Hs. n°. 437. n°. 7. J. Tideman, Stichting II. 106, 135.
werd door den zelfden Goulart, aan enkele afgevaardigden,
den raadpensionaris en aan den Prins overgegeven 1).
Van Mei tot October 1624 werden de Haagsche Remon
stranten bediend door Abraham la Faille, zoon van
Wtenbogaert’s ambtgenoot, afgezet predikant van Nieuwe
Tonge.
In 1625 werd te ’s Hage een predikant Aegidius Zeijst
eenige weken in de gevangenis gehouden en ten slotte
vrijgelaten en uitgewisseld tegen een haringkooper 2).
De drost Johannes van Liesvelt en de advocaat van den
Andel werden afgezet 8).
Den 12 Maart 1626 was er huiszoeking bij den stads
secretaris Nuijts, op aangifte van den advocaat Simon
van Middelgeest. Men vond eene mand met schotschriften
tegen de O. I. Compagnie en enkele personen. Nuijts,
eerst in zijn huis bewaakt, werd later tegen borgstelling
ontslagen 4). Den 11 Aug. 1626 werd het huis bijna
geplunderd van den kleedermaker Huibert Hendriksz., die
gewaagd had een verzoekschrift in te dienen ten gunste
der Remonstranten 5).
Paschier de Fijne was bij zijne omzwervingen gedurig
in den Haag. Op het huis de Weer bij Wassenaar be
zocht hij in gezelschap van den oud-burgemeester van
Duinen en den pasteibakker Leendert Klaesz. van Reij-
bergen den kranken Hoogerbeets, en met beide personen
stond hij aan diens sterfbed. Uit den Haag schreef Paschier