VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
354
van den lijweg tot de scheiding watering. De koopsom
bedroeg 8800.
Achtereenvolgens vinden wij de boerenplaatsen „Zuider-
loo"of „de Eenhoorn”naast de Loolaan groot 22 morgen
2 hond, welke 29 Maart 1697 voor ƒ8400.— door
Laurentia van Nes aan de familie Zuyderlo werd ver
kocht, alsmede Westerloo en Oosterloo, welke vroeger
deel van de „Groote Loo” uitmaakten.
De Ned. Stad- en Dorpsbeschrijver maakt o. a. melding
van het in 1777 af branden van zekere „buitenplaats”.
Bij onderzoek bleek dat aan de Broeksloot was gelegen
een bouwhuis, met 28 morgen 1 hond en 50 roeden
teelland met aan hetzelve nog een „apartement” eigendom
van graaf d’Aumale. Op 8 Mei 1776 nu was door Jacob
graaf d’Aumale voor bijna 10000 gld. 3 4 parten gekocht
in de hofstede Oosterloo” en het is waarschijnlijk dat
op gemelde bouwmanswoning de mededeeling van den
boven aangehaalden schrijver berust; blijkens de daarbij
gestelde aanteekening„het bouwmanshuis, dewelke in
1777 ten deele is afgebrand en voorts ten eenemale
afgebroken zijnde.” In het bezit der familie d’Aumale was
ook nog de woning genaamd „de Horst” welke 22 Juni
1669 door de erfgenamen van den Delftschen burge
meester Dirck van der Dussen aan de minderjarige
kinderen van wijlen Nicolaas d’Aumale, heer van Houcourt
en van Vrouwe Anna van Cuyck van Mierop voor ruim
30000 werd getransporteerd.
Nog treffen wij in 1621 aan de woning van Joncker
Johan van Egmondt van der Nijenburch, bestaande in een
heerenhuis, genaamd „Nienburch” of „Nyenburch”boeren
huis, stalling, bergen en schuren, „gelijk mede de vogel-
koy”, gelegen aan de noordzijde van den heerenweg
strekkende tot de Broeksloot toe. Hij verkreeg de hofstede
op 5 April 1631 in eigendom van Neeltgen Huybrechts.