357
VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
huis, schuur, barg
f 5000 een huis, schuur, barg en geboomte met 18 hond
543 roeden land werd opgedragen. Hierna kwam de
woning
Maurits, wiens weduwe Agneta
hofstede
en
besyden
staende, mitsgaders tuyn
aengelegen” voor f 8500 verkocht aan
Cupyff de la Berandiere, doctor theologie ende bedienaer
des Godtlycken Woorts van de Fransche brigade te
velde, gehuwd met Levina van Borselen, die haar4jaar
later overdroeg aan Cornelis Hagha en Vrouwe Alithea
Brassers voor f 12000, waarna Jacob Ryckaert op 14
Jan. 1656 voor f 11000 den eigendom verkreeg.
De waarde van de Loo werd in 1621 voor de
verponding geschat op 6000 ponden. In 1664 werd het
goed aanmerkelijk verfraaid, het huis geheel vernieuwd, en
de grond opnieuw aangelegd met sierlijken tuin en boom
gaard. De familie van Nes of van der Nes kreeg de
bezitting daarop door erfenis in handen, te weten de
gebroeders Hendrik, Willem en Theodorus. De curators
van dezen laatste verkochten 6 Juni 1671 bij diens over
lijden aan Jhr. Henry Hagha, drossaert van Leerdam en
ordinaris edelman van de princes-douairière van Oranje,
„de Loo” met al sijn heerlijckheden daeraen dependeerende
bestaende in eenige parthijen chynsen, importeerende
omtrent 24 pont jaerlijks. Voorts een groote nieuwe
huisinge, oranjeplaetsen, stallingen, koetshuizen en tuinen,
boomgaarden, waranden, beheinde wildbaan, lanen, singels
alsmede 17 morgen 60 roeden land” voor ƒ23200. Een
uitgestrektheid van 5 morgen land werd voor 4400 aan
Johannes Rampius van Swieten en aan Henrick van der
Eem, een woning met vijfdalff hond land voor den prijs
aan Adriaen v/d Myll, secretaris van Prins
van Couckelbergh, de
„als een huisinge liggende rontom int water
noch een gebou van gallerie en de schuyr daer
over malcanderen aen de Oost- en Westzijde
en boomgaert, daer zuytwaerts
f 8500 verkocht aan Francois de