360
VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
Huis de Werve.
Onder de renten aan de kerk toekomende was volgens
het Memorieboek een bedrag van 5 schellingen, die „Joncfrau
Beatrys, Hubrechts wyf van de Werve besprac.”
d. Burgh, weduwe Leendert Overgauw de
voor f 5800. aan Mr.
wethouder te ’s-Graven-
bezitting verlijdde. Dit geslacht schijnt een jongere tak
van de Rijswijksche heeren van dien naam te zijn geweest.
Zoo ontstonden de heeren Van Werve, die sedert den
naam der heerlijkheid bij hun eigen naam voegden en
het bij vererving tot in de 19e eeuw hebben bezeten.
met Wijna v.
geheele bezitting in 1804
Joachim Jochems, bankier en
hage, wiens erfgenamen het nog in bezit hebben.
De oudste gegevens aangaande het huis „te Werve”
„Oostwerve” of „Klein Matenesse” vinden wij in het charter
van 1297, waarbij Floris V (1256—1296) Hubrecht, heer
van de Werve waarschijnlijk in het jaar 1262 met deze