364 VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. Zie Bijlage E. Mr. Jacob Stas van Halewijn, raad fiscaal van Suriname, gehuwd met Maria Emilia de la Riviere. In tweede huwelijk trad zij met Anthony Levyn van Pabst, majoor van de escadrons carabiniers van den Prins van Oranje, in den echt. Eene beschrijving uit dien tijd noemt Werve een fraai kasteel aan welks inrichting niets gespaard was, met sierlijken koepeltoren, ruim voorhof en groot buiten hof door een steenen muur van elkander gescheiden met prachtig aangelegde tuinen, met groote bassins en uitgestrekt bosch. In 1753 had de eigenaar nog het recht om drie koppel broedende zwanen te mogen houden aan en om het huis van de Werve en in Rijn- en Delfland. Bovendien hadden zij recht van uitpad aan verschillende huizen waarop erfpachten waren gevestigd. 27 September 1765 verkocht Jonkvrouwe Jacoba Emilia van Halewijn de hofstede aan hare moeder Vrouwe Emilia de la Riviere, gehuwd met Levyn van Pabst, die op 23 Oct. 1733 een aanzienlijk deel van het bosch deed omkappen en het hout verkoopen. Met den verkoop van 14 November 1796 waren de dagen van het huis te Werve geteld; het kasteel werd oud en vervallen, terwijl de smaak voor dergelijke be zittingen was geweken. Gebouwen en gronden kwamen in handen van particulieren. De toenmalige eigenaren Jan Brouwer Joachimsz., Abraham Schulte en Theodorus Aanink Jacobsz., die ieder voor i/3 part Werve met onder- hoorigheden voor 38600 hadden gekocht, richtten in 1801 Schulte was in 1798 overleden waardoor zijn aandeel ondershands aan de beide anderen was overgedragen het verzoek aan de finantieele commissie over het voor malig gewest Holland om vergunning tot het sloopen van het huis te Werve, J hetwelk zeer bouwvallig was.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 390