365 VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. van haar geboomte had zien Bij het neerschrijven der laatste woorden van deze bijdrage, ware niets ons aangenamer geweest, dan op onzen arbeid te kunnen terugzien met de voldoening een afgewerkt geheel te hebben geleverd. Toch konden wij niet meer dan een oppervlakkig overzicht geven, een enkele greep slechts hier en daar, een enkel punt Op bovenstaand verzoek werd gunstig beschikt, onder conditie dat het mede op den grond staande huis en torentje zou blijven bestaan en behoorlijk worden onder houden. Inmiddels had aldaar tijdelijk de toenmalige fransche predikant J. C. Merkus een onderkomen gevonden. Later verhuisde hij naar de Heerenstraat. Hetgeen heden ten dage onder het huis te Werve wordt verstaan is derhalve niet het oorspronkelijk kasteel, maar, zooals uit de afbeelding blijkt, een links daarvan staand gebouw. Dit was het einde van een ridderhofstede, die in vroegere tijden zoo menigen luisterrijken stoet had ontvangen en zooveel schitterende hovelingen en schoone jonkvrouwen in de schaduw vertoeven. Mevr. Ancher-Brouwer bewoonde in 1828 het heeren- huis met arbeiderswoning en stalling waarbij het tolhuis en schuur behoorde. Nog bevond er zich een huis, met stal, koetshuis en koepel, hetwelk door kol. Roemer werd gebruikt. Omstreeks 1848 kwam de Werve aan hare dochter Vrouwe Marta Maria Ancher, echtgenoote van Jhr. Mr. Frederik Lodewijk Herbert Jan Bosch van Drakenstein te Amsterdam.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 391