DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE I 7= EEUW. 3 I
over dat de
boeken dra-
hunne bijeen-
t) Memoriën van het Hof. Rijksarchief te ’s-Gravenhage. Rott.
Hs. no. 837 en 1023. RoggeBrieven III. 2, bldz. 222, 227,230.
2) Kohier van den ioofin penning over 1627 folio 63. Gemeente
archief van ’s-Gravenhage. Rott. Hs. 166. Rogge: Brieven II.
2, bldz. 216. Memoriën van het Hof. Rijks-archief’s-Gravenhage.
verbaasd er zoo vele notabele personen op te vinden.
Dit jaar, toen Frederik Hendrik voor den Bosch lag,
en dus niet in den Haag was, werden de Haagsche
Remonstranten zeer gekweld. Rosaeus ging met twee
ouderlingen naar de Statenvergadering met zijne klachten,
maar toen had deze de beslechting der geschillen over
gelaten aan de plaatselijke overheid. Schout en schepenen
van den Haag weerden zich dan ook. Het Hof van
Holland bericht ons een tal van dagvaardingen, met
de namen der opgeschrevenen, terwijl Hof en Hoogen
Raad kibbelden over de vraag, aan wie de boete toe
kwam. De Delftsche synode klaagde er
Remonstranten openlijk hunne stoelen en
gende op het gelui der publieke kerk naar 1
komsten gingen.
Op 10 October 1628 was het rumoerig op den Kneu
terdijk aan de zijde van de Hooge Nieuwstraat. Daar 2)
woonden de dochters van wijlen Hoogerbeets, nu toe
vallig afwezig. In dat huis waren 40 personen bijeen.
De officier, vergezeld van eenige dienders, die buiten
bleven, meldde zich aan de voordeur aan, en wilde de
aanwezigen opschrijven. Daartegen verzetten zich velen
met slaan en stooten, verklarende, dat zij evenmin iets
gaven om de plakkaten der Staten, als hunne voorouders
om die van Alva, en dat zij hunne conscientiën wilden
tevreden stellen door godsdienstoefeningen te houden.
De justitie moest onverrichterzake aftrekken. Voor het
huis had zich intusschen eene menigte verzameld, waaruit