VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
405
Magdalena de Jonge, wed. van Jacobus
,.Noordervliet”.
Een woning in’t Oosteijnde, tusschen den heereweg en de Vliet.
1658. Pouwels Uavitss. wed- gebruyckt van Sr. Maurits
Boschvliet: 2 morgen g1/» hond land.
12 Juli 1664. De erfgen. van Catharina Henrick van der
Meulen, huijsvrouw van Maurits Boschvliet aan Mr. Johan
van der Haar, Commis van de Finantie van de Staten van
Holland en West-Vrieslandeen woning genaamt „Noordervliet.”
28 Maart 1676. De kinderen en kindskinderen van den
Commis Johan van der Haer aan Mr. Adriaen van Bleijswijck,
Secretaris van de Rekenkamer van Holland.
8 Mei 1683. Mr. Adriaen van Bleijswijck, Secretaris aan
Pieter van de Velde, Griffier van den Hoogen Rade in Holland.
10 Nov. 1706. -- (bij donatie): Pieter van de Velde aan
Cornells Gerrit Fagel, Raadsheer in den Hove van Holland,
zijn neef: een hofstede genaamt „Noordervliet:'
12 Juli 1762. De erfgen. van Vrouwe Margaretha Rosina
Fagel, wed. van Mr. Gualterus de Raad, Ridder, Baronnet,
Heer van Kijfhoek en Dubbeldam, raad en burgemr van
Rotterdam, Opperdijkgraaf van de landen van Putten, Meester-
schoone welbeplante hofstede, gent. „Middenburg”, bestaande
in een groot, hegt, sterk en modern huis, stalling en koetshuis,
ruime koepel aan den Vliet en salon aan den weg en nog
een tuinmanshuis, groot 5 morgen, 270 roeden, koopsom/23.300.
12 Juni 1790. Bijgekocht van Dr. Willem den Appel,
„Soomerlust” zijnde een buitenhuis, koetshuijs en stalling en
speelhuis op de Vliet, teellant, 3 hont.
5 Febr. 1808. Maria Martha Cornelia de Normandie, wed.
van Jan Messchert aan
Messem te ’s Hage.
1828. Merssen Senn van Basel te ’s-Gravenhage.
i) Belast met een opstal van io stuivers, 12 penningen’sjaars, genaamd Lourisgeld.