408 VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN. „Opwijck”. erff bij de Wykerbrugge. 1628. Jan Pieters Crom. Joost Engelss, c.s., erfgenaemen 6 Mei 1729. Johan van Riebeek, Raet en Vroetschap der stad Delft aan Henrick Muller. Maria Brest, wed. van Hendrik Muller, van Brabant aan Levijn van buitenplaats genaamt „Opwijk”. 1739. Levijn van Dijk aan Willem Doesburgh. Een huijs en 1633. Lenaerdt Gerritss. Meurs, bouwman, bij coop van 1 van Jan Pieterss Crom. 6 Mei 1643. Lenert Gerritss. van Meurs aan Johan van den Brouck, Commis ter Finantie van de Staten van Holland en West-Vriesland. 14 Dec. 1646. Johan van den Brouck aan Jacob van der Mast. 27 April 1680. - Jacob van der Mast aan Johan Delion, Director van ’s lants Militie in ’s-Gravenhage (voorn, huijs is verhuurd aan Juff"’. van Nes.) 2 Juli 1705. Dina van der Mast, wed. van den Agent Johan Dolon aan Mr. Willem Graswinckel, Ontvanger van de Verpondingen over het quartier van Kempeland in de Meijerije van ’s-Hertogenbosch. 30 April 1721. De erfgen. van Maria Bort aan Johan van Riebeek. 16 Dec. 1738. Procureur voor den Leenhove Dijck, een 2 Maart een nieuw getimmert heerenhuis, genaemt „Opwijk”. 5 Mei 1748. Willem Doesburgh aan Benjamin van der Wall. Commis van ’s lands artillerie te velde, een seer plaisante woning of buitenplaats, genaamt „Opwijk”. 3 Juni 1750. Benjamin van der Wall te ’s Hage aan Louis van Rijn, Drossaert van den Hove van Hollant.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 434