424
VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
I
t
9 Maart 1503. Jacob van Matenesse, hem aengekomen van
zijn broeder Philips van Matenesse, monnick in de ordere van
den benicdyten tot Wermont, genaamd „Sinte Marienhove”.
Reg. A. P. Archidux. Cap. N.H. fol. 48 vs.
12 April 1516. Karel V aan Marie van Matenesse Philips-
dochter, echtgenoote van Mr. Jan van Duvenvoirde, na dode
van haar broeder Jacob van Matenesse, met het huis, hofstad, enz.
I charter.
8 September 1558. Johan van Duvenvoirde, volgens
testamentaire dispositie dd. 8 Nov. 1553 van Vrouwe Marie
van Matenesse Vrouwe van Warmont, zijn moeder, wed. van
wijlen Johan van Duvenvoirde, onse getrouwe Raedt van
onsen Hove van Holland, Ridder.
Reg. Consaederatio Cap. N.H. fol. 58.
17 Januari 1574. Philips II aan den minderjarigen Jan van
Duvenvoirde Jansz. (hulder Dirck Paeuw Jansz.) met het huis,
hofstede, enz. hem aangekomen door het overlijden van zijn
vader Jan van Duvenvoirde. 1 charter.
5 Juni 1581. (vgl. acte van 21 Mrt. 1466 vorige en volgende)
Philips II aan Maria van Duvenvoorde, na doode van haar
broeder Jan van Duvenvoorde Jansz. met het huis en hofstede
van de Werve, c. a. met 60 morgen land daaraan gelegen en
daarbij een woning met 12 morgen land, tot een leen „binnen
after zusters kint niet te versterven”. Copie op papier.
20 Juni 1597. De Staten van Holland en West-Friesland aan
den minderjarigen Werner van Lennip (hulder Jhr. Cornells
van Gent, heer van Loenen enz.) met het huis, hofstede enz.
en zulks ingevolge opdracht van die leenen door zijn vader
Jhr. Joriaen van Lennip, als man en voogd van Maria van
Duvenvoirde, „onder voorwaarde dat voorn. Joriaen en zijne
„huisvrouw aan de voorss. leengoederen zullen hebben en
„behouden haerluijder lijft'tocht ende usufruct haerbeijder leven
„lanck geduyrende.” (Reg. H. Overigheijt C. lol. 74)
Auth. copie op papier.
25 Mei 1614. Sauvegarde door Prins Maurits van Oranje
gegeven voor alle goederen toebehoorende Jhr. Jorien van
Lennip, commissaris ordinaris van de monsteringe in de