426
VOORBURGSCHE BUITENPLAATSEN.
zijn uitgegeven” aan verschillende personen, tot een erfleen
„binnen agter susterskind niet te versterven”; 20. met een
woning en 22 morgen land, eertijds toebehoorende Claes van
Voorburg en door Hugo of Boudewijn van Zwieten in eeuwigen
erfpacht uitgegeven, tot een onversterfelijk erfleen, alles ge
legen in het ambacht van Voorburg. 1 charter.
10 November 1796. Beleening door het Provinciaal Be
stuur van Holland aan Jan Brouwer Joachimsz. (pro indiviso)
voor zich zelve, zoomede ten behoeve van Abraham Schutte
en Theodorus Aannink Jacobsz. ieder voor een derde gedeelte,
met de leenen in de vorige acte omschreven. 1 charter.
26 Maart 1798. De Constitueerende Vergadering, represen-
teerende het Bataafsche Volk aan Jan Brouwer Joachimsz.
(pro indiviso) voor hem zelf als ten behoeve van Theodorus
Aannink Jacobsz. ieder van hen, met het i/g gedeelte van de
leenen in de vorige acten omschreven, welk l/3 gedeelte toe
behoord heeft aan AbrahamSchutte en krachtens ondershandschen
verkoop door de executeuren van zijn testament aan Brouwer
en Aannink is overgedragen. 1 charter.
„Westenburch.”
Een huijs en erff tusschen de Geest- en Nieuwe Tolbrugge.
1647. Dr. Henricus del Moll, een huys, gestelt op ’t erft',
in plaats van’t huys van Jacob Wouterss. en Lenaerdt Kettingh,
1658. Een huys, een dito, gecomen van Jacob Wouterss.,
in 1632 nieu gebout, de tuin en teellandt 2 hont.
1669. Capiteyn Quiryn van den Kerckhoft’.
16 Nov. 1716. De wed. en erfgen. van Johan van den
Kerkhoff aan Johan Berteram de Mortangie, Col1, ten dienste
deser landen, een huys en erff, genaemt Westenburch”.
20 Mei 1735. Anna Maria Boomhouwer. douairière Jan
Bertram de Mortagne, Kol1, der Infanterie aan Anna Houttuijn.
28 April 1740. Anna Houttuijn aan Jan Lodewijk Gaill,
won. te Rotterdam.
20 Aug. 1750. Jan Lodewijk Gaill aan Claudius Anthonius
Lormier.