DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE 17® EEUW. 35
Leven, bldz. 512, 513.
2) Het portret is genomen naar eene teekening in O.I. inkt,
afkomstig van de collectie N. J Scheltema, thans in mijn bezit.
Een portret in olieverf is eigendom van de Rem. Geref. Gemeente
te Rotterdam.
hoofdleider der Broederschap kon niet als eigenlijk pre
dikant de gemeente dienen, maar zijn invloed was toch
in alles, ook bij de keuze der predikanten, merkbaar.
Toen in 1632 de gemeenten der Broederschap van vaste
leeraars werden voorzien, trad Assuerus Matthisius als eerste
vaste predikant op, na reeds in de dagen der vervolging
dienst te hebben gedaan. Eer wij bij hem afzonderlijk
stilstaan, moet hier worden herinnerd op welke wijze
Wtenbogaert in gewichtige zaken de gemeente raadpleegde.
Toen Rosaeus gestorven was, dachten de staatslieden
aan eene vereeniging van beide partijen, en Nicolaas
Cromhout, voorzitter van het Hof, die vroeger over
Wtenbogaert mede het vonnis geveld had, noodigde hem
10 April 1637 tot een onderhoud over de mogelijkheid
van vereeniging van Remonstrant en Contra-Remonstrant.
Wtenbogaert oordeelde, dat verzoening onmogelijk was,
als men niet de pen haalde door de besluiten der Dordt-
sche Synode. Over zijn oordeel wilde hij de goedkeuring
vragen der Haagsche Remonstranten. Den 13 April 1637,
tweede Paaschdag, riep hij eene vergadering bijeen van
predikanten, ouderlingen en diakenen der Remonstrantsche
Gemeente, bij wie zich ook eenige suppoosten van het
Hof voegden. Deze vergadering drukte het zegel harer
goedkeuring op de verklaring van Wtenbogaert. Hetzelfde
deden daarna de Directeuren der Broederschap in buiten
gewone vergadering saamgeroepen.
a. Assueris Matthisius. 2)
De Nederlandsche naam van dezen eersten vasten