40 DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE 17° EEUW.
Memoriaal. Rott. Hs. n°. 365.
2) J. Tideman: Stichting II. blz. 289, 476. Brandt: Leven van
Hugo de Groot blz. 452. Rott. Hs. n°. 1074. Rogge: Brieven
III 4. blz. 219.
s) Twee vragen enz, Oock een Aanhangsel belangende het
ketterdooden door A. Matthisius. Rotterdam 1647. Univers.
Bibl. Amsterdam 406. G. 1.
4) Twee predikatiën enz. enz. Rotterdam 1640. Daarachter
eene berijmde Bede door Brandt. Univers. Bibl. Amsterdam,
n°. 418. E. 29.
van waarschuwing om de
en welvaart met wijsheid te ge-
over wien beneden, trad toen op. Matthisius was maar
kort in den Haag. Reeds 29 Febr. 1652 had hij Wten-
bogaert in vertrouwen medegedeeld, dat hij huwelijks
plannen had in het buitenland Den 30 Sept. 1632
was hij reeds vertrokken naar Hamburg om te huwen
met eene vermogende weduwe, die reeds in 1634 stierf
en 500 aan de Broederschap vermaakte 2). Heeft hij
van 1637—1639, in welk laatste jaar hij te Rotter
dam optrad, den Haag ook bediend? Het antwoord is
niet te geven, omdat de Handelingen van den kerkeraad
uit die jaren ontbreken.
Van 1639 tot 1651 is Matthisius te Rotterdam predi
kant geweest. Hij had daar een strijd met den Roomschen
priester Robert Delius over de onfeilbaarheid der kerk,
en of Rome die onfeilbare kerk is, waarbij hij de wee
moedige ervaring opdeed, dat zijn tegenstander zich niet
hield aan zijn woord, om de geschreven wederlegging
terug te geven, zoodat Matthisius toen alle stukken uit
gaf 8). Zijne toespraken op den bede- en dankdag van
den Munsterschen vrede meende de uitgever Joh. Naeranus
in druk te moeten geven om te doen zien, hoe de
Remonstranten over den vrede dachten 4). In die uitgave
verscheen een ernstig woord
nu geschonken vrede