b. Arnoldus Geisteranus 2).
Rotterdam 1651 met twee verzen
DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE I 7° EEUW. 41
bruiken. Toen Matthisius 12 Januari 1651 gestorven
was heeft zijn ambtgenoot Alb. Holthenus de lijkpredikatie
gehouden Bij die uitgave werd de toespraak uitgewerkt
tot een boekje van 72 bladzijden met deze opmerking
„de oogen konnen bij bequame gelegentheden wel licht
wijdloopiger lesen, daer de ooren in een uyr anders
mede worden volgepropt”. De kerkekamer der Rotter-
damsche gemeente bewaart zijn beeldtenis.
Lijck-Predikatie enz, enz. Rotterdam 1651 met twee verzen
van Brandt. Univers. Bibl Amsterdam, als boven.
2) Portret naar eene gravure berustende op het Gemeente-
Museum te ’s-Gravenhage.
3) De Acte is bewaard onder de Handschriften der Amster-
damsche gemeente als n°. 22 in de verzameling gemerkt n°. 158.
Universiteits Bibl. Amsterd. III. E. 3 In den tekst der Acte
heet hij Geisteranus. De onderteekening isGeesteranus, en zoo
ook die der brieven uit Loevestein. In de Haagsche kerke-
raadsboeken Geisteranus.
Geboren 1 Nov. 1593, zoon van den Gorinchemschen
predikant Jodocus Geisteranus, werd den 4 April 1612,
nog geen 18 jaren oud, opgenomen als bursaal in het
statencollege te Leiden. Gecommitteerde Raden gaven
hem verlof de beurs te aanvaarden hem door den Gorin
chemschen magistraat toegedacht 3). Later trad hij op als
predikant van Schelluinen, en hield hij zich aan de Herv.
kerk in verdraagzamen geest, daar hij te Dordrecht, tot
tweemalen toe, den handel der Synode met de Remon
stranten had bijgewoond, en na onderzoek der weder-
zijdsche schriften, voegde hij zich, evenals zijn broeder
Cornells, predikant te Hoog-Blokland, bij de Remonstranten.
Daar hij de Dordtsche regelen niet wilde onderteekenen,