42 DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE 17® EEUW.
burge-
Hs A. 57. b. der Rem. Geref. Gem. te Amsterdam op de
Universiteitsbibl. aldaar.
werd hij 11 Nov. 1619 afgezet. Terstond trad hij in
dienst der Broederschap en bediende Kampen in 1621.
In 1623 zwierf hij rond, en de overheid zocht hem
overal. Den 1 Juni 1624 werd hij te Amsterdam gevangen
genomen. Hij hield zich daar op in de woning van den
vischkooper Abraham Anthonisz., op den hoek der War-
moesgracht. Deze was een vriend van Wtenbogaert, wiens
beeld hij door Rembrandt liet schilderen. In deze woning
werd hij door iemand, goed met de plaatselijke gesteld
heid bekend, verraden, zoodat de schout Grotenhuysen
en de onderschouten Haan en Vlas hem ontdekten in
eene kast, waar men turven voor geplaatst had. Hij werd
gebracht in de boeijen, achter ’t stadhuis, waar hij bleef
tot 5 Dec. 1624, toegankelijk voor zijne vrienden. Toen
gaven Gecommitteerde Raden op aandrang van
meester Witsen bevel Geisteranus naar Loevestein te
brengen. Daarbij gaven Gecommitteerde Raden eene acte
van non-Praejudicie waarbij zij verklaarden, dat deze in
menging hunnerzijds in het recht der Amsterdamsche
schepenen in de toekomst door niemand „in consequentie”
mocht worden gebruikt, en de Amsterdamsche magistraat
hare rechtsprivilegiën ongeschonden behield 1).
Aan de voeten geboeid werd hij in een schuit naar
Utrecht gebracht, waar hij, bij de rustpoos, bijna ont
snapt was. Weder geboeid, werd hij door de Utrechtsche
buitengrachten gebracht naar Vianen. Daar werd de
schuit op een slede gezet, en den dijk overgetrokken in
het Zederikkanaal. Te Meerkerk werd overnacht, en na
een tochtje door de Singelgracht van Gorinchem, waar
men vreesde voor inmenging zijner familie, nogmaals
over den dijk getrokken, kwam hij 7 Dec. 1624 in felle