50 DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE ly' EEUW.
van Dr. H. C. Rogge
x) Den rechten Utlech van Jacob end Esau enz. ’s-Graven-
hage bij J. Tongeloo. 1644. 83. Rott. Bibl. C. 31.
2) Het helder Licht over Romeinen IX enz. Rott. bij J. Nae-
ronsen 1646. Rott. Bibl. als boven.
3) Dit geschrift kwam niet in handen
Bibl. v. Contra-Rem. Geschriften bldz. 91.
11De krachtige waerheyt van den rechten sin van 't negende,
end met eenen van het elfde capittel totten Romeynen.
’s-Gravenhage bij J Tongerloo 1649, 2de druk bij H. Willemsz.
van den Beeck. 1650. Rott. Bibl. C. 6.
In dezen strijd was het Batelier van den aanvang af
duidelijk, dat de verklaring over de verkiezing van Jakob
en de verwerping van Esau, in Romeinen IX opgeteekend,
uitvoerig moest besproken worden. Onder den indruk van
het vertoog door den Engelschen godgeleerde Joseph
Hall in de i6de zitting der Dordtsche synode gehouden, had
Batelier voor zich zelven eene verklaring van Romeinen IX
opgeschreven en in 1644 daaruit het gedeelte over Jacob
en Ezau handelende, afzonderlijk uitgegeven èn in het
latijn èn in het nederlandsch. Hetzelfde jaar verscheen
daarvan al een tweede druk.De tegenschriften die
volgden van een onbekenden schoolmeester onder den
titel Tegenbericht, en vooral dat van Abraham van der
Heyden onder den titel de Casu Dei, oorspronkelijk ge
richt tegen Episcopius, deden Batelier geven zijnHelder
Licht. 2) De Leidsche predikant Bernardus van Wijn-
gaerden meende het voor Heydanus opnemende daar
tegen te moeten opkomen. 3) Batelier achtte dien
arbeid niet veel meer dan een vogelverschrikker (molik
in een kersenboom, en gaf nu aan het adres van Hey
danus en van Wijngaerden beiden zijn Krachtige Waerheyt
uit. 4) Om nu zijn werk aan te vullen, behandelde hij
tot volledige beantwoording van Heydanus en van Wijn
gaerden, de vraag of de Heidenen vóór Christus, en zij