52 DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE 17° EEUW.
Rott. Hs. 167.
Bij het beroep van een opvolger van Geisteranus
heeft Batelier zich geweerd op zeer eigenaardige wijze,
die wel niet in de notulen van den kerkeraad staat
vermeld, maar die ons in een afzonderlijke Memorie i) is
bewaard. Buiten den kerkeraad om riep Batelier een ver
gadering van oud-ouderlingen en oud-diakenen bijeen, blijk
baar om een zekere pressie uitteoefenen. Want, toen in de
vergadering gesproken werd over Justus Geisteranus, predi
kant te Amersfoort, zoon van den overledene, protesteerde
Batelier daartegen, en wilde dat zijn eigen zoon Johannes
Batelier daarop zoude worden geplaatst. In deze bijeen
komst werd nu een achttal gesteld: Walesius van Vlaar-
dingen, Justus Geisteranus van Amersfoort, Vreedenburg
van Zoetermeer, Craeyvanger van Tiel, Batelier van
Hoorn, Johannes Brand van Nieuwkoop, Gideon Cour-
celles van Noordwijk, Heemskerk, van Alkmaar. Ondanks
het protest van Batelier werd in diezelfde bijeenkomst
dit achttal tot een vijftal gebracht. Op dit vijftal werden
gebracht naar orde van de meeste stemmen, Heems
kerk, Courcelles, Craeyvanger en Geisteranus. Nu werd
de breede kerkeraad zoowel van oude als dienstdoende
opzieners tegen Zondag 22 September 1658 bijeenge
roepen. Vóór die vergadering heeft Batelier, gesteund
door eenige gemeenteleden, die dreigden de gemeente te
verlaten, geprotesteerd tegen de beroeping van Geiste
ranus, en op Vrijdag 23 September des v.m. te 11 ure
eene buitengewone bijeenkomst belegd ook van de sup
poosten der kerk, „gelyck men in alle saecken van swaren
gewichte gewoon was te doen.” Eenige opzieners nu,
Marten Paets, de Groot, Joost van Sorgen en Cornells
van Strijen besloten nu ook een afzonderlijke vergadering
te beleggen, des nam. te 2 ure, van den regeerenden