54 DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE I7e EEUW.
Rott. Hs. no. 695.
Christelijke Aensprake tot betrachting van den grooten
Danck- en Bede-Dagh gedaen volgens Ps. CXVI. vs. 12,
13 en 14 tot Rotterdam bij C. J. den Abdt, op de Love-Haven
1651. Bibl. Rem. Geref. Gem. Rotterdam C. 31.
3) Korte end bondighe Verklaringh van de Drie Getuyghen,
1 Joh. V tot Hoorn bij J. Bruyn Boekverkooper, op ’t
Achterom bij de Prooststeegh. 1672. Bibl. Rem. Geref. Gem.
te Rotterdam. C 6.
4) Vindiciae Miraculorum, perquae divinae religionis et fidei
christianae veritas olim consummata fuit. adversus profanum
auctorem Tractatus Theologico-politici, auctore Jacobo Batalerio.
Wel had hij vrije woning, die 1 October 1642 gevonden
werd in het Westeinde over den Heer van Falckenisse,1)
later bewoonde hij een der twee huizen, die in de Laan
voor het kerkgebouw stonden. Toen hij in 1666 zich
zwak begon te gevoelen, werd hij met behoud van zijn
traktement, van den dienst ontheven. Daarvoor besloot
de kerkeraad jaarlijksche en wekelijksche bijdragen te
vragen van de gemeenteleden. In 1666 bracht dit ongeveer
600 op. Hij bleef in den Haag wonen, en heeft tot
zijn dood in 1672 nog met de pen zich werkzaam betoond.
Van zijne kanselwelsprekendheid verscheen in druk
zijn Bededag’spreek, gehouden 25 Jan. 1651 2).
Nog in zijn laatste levensjaar gaf hij een voor dien
tijd merkwaardige proeve van kritiek op de bekende
plaats. 1 Joh. V. 7. 8, waarvan hij aantoont dat ze een
invoegsel is van latere hand 3).
Den 23 Januari 1672 legde hij de laatste hand aan
een reeds in Sept. 1671 gesteld geschrift tegen Despi-
noza. Plet gold hier het zesde Hoofdstuk van het Tractaat
Theologo-Politicus, waarin Despinoza de wonderen be
spreekt. Dit opstel van Batelier verscheen eerst na zijn dood
in 1674 4). Dit werkje is opgedragen aan een beminden