56 DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE Ir]e EEUW. In 1647 werd hij proponent. Hij bediende eerst onder anderen Kampen in commissie. Daar moest hij 16 Mei 16 Juli 1648 in strenge gevangenis doorbrengen. De stadhouder Willem II deed veel moeite om hem uit die gevangenis te verlossen, en dit deed hij uit achting voor diens vader, die Louise de Colligny in haar laatste ziekte had bijgestaan te Fontainebleau. Als schrijver is Gideon de Courcelles opgetreden door eene nederlandsche overzetting van zijn’s vaders boekje over het verbod van bloed te eten in den bijbel. L Hij droeg dit boekje op aan zijn vriend Adriaan Jacobsz van Braeckel, en stelde die opdracht den 15 Juli 1661 ten huize van E. J. Verwout te Amsterdam. Het is een oud pleidooi voor het vegetarianisme. Bij den dood van de Courcelles in 1672 stond Craey- vanger alleen aan het hoofd der gemeente. Den 5 April 1673 trad naast hem als tweede predikant op: Cornelius van Ackersdijk vroeger predikant te Woerden. Hij nam het beroep aan onder voorwaarde, dat de Haagsche kerkeraad zich moeite zou geven om in de vacature te Woerden te voorzien. Het blijkt niet of aan die voor waarde voldaan is. Het beroep op van Ackersdijk was zonder voorafgaande nominatie in eens uitgebracht. Tij dens zijn verblijf in den Haag verwierf van Ackersdijk zich de bevoegdheid van doctor in de geneeskunde. Daar Craeyvanger dezelfde bevoegdheid had, zorgden dus de twee predikanten tot 9 Februari, toen Craeyvanger stierf, zoowel voor het lichamelijk als geestelijk welzijn der gemeente. Nadat Okkerus Pesser van Alkmaar en Eg- bertus Aerssen van Bleiswijk voor het beroep bedankt hadden, werd beroepen Stephani Curcellaei. Ondersoek of het Bloedt eten den Christenen geoorloft is ofte niet. Amsterdam 1661. Bibl. Rem Geref. Gem. te Amsterdam G. 62 op de Universiteitsbibliotheek.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 70