58 DE REMONSTRANTEN TE ’s-GRAVENHAGE IN DE 17° EEUW.
lijk-
van
Maria,
Johannes Brandt predikant te Hoorn, zoon van den
bekenden Gerard Brandt. Ook Johannes schreef proza
en poëzie. Tijdens zijn verblijf in den Haag 1684—1696
bezorgde hij eene uitgave van het Leven van De Ruijter
door zijn vader geschreven. Hij heette Willem III welkom
in den Haag met een gedicht in 1691, stelde een
klacht op den dood van Joannes, aartsbisschop
Canterbury en hield een lijkrede op den dood van
de gade van Willem III 2).
Deze lijkrede zou uitgesproken worden in het kerk
gebouw der Remonstranten. En toen Brandt, om den te
verwachten toevloed, bijstand der politie vroeg, boden
Burgemeesters hem de Groote kerk aan. Brandt ver
klaarde zich bereid daar op te treden. Toen nu Burge
meesters tot handhaven der orde bij Gecommitteerde
Raden vroegen om soldaten, spraken deze hunne afkeuring
uit over het gedane aanbod, en toen ook de kerkeraad
bij Burgemeesters protesteerde, zag Brandt om geen rust
te verstoren van het gebruik der Groote Kerk af 3).
In zijn preeken beschreef hij Paulus’ leven, een werk
opgedragen aan Maria, Koningin van Engeland 4). Van
dit werk verscheen in 1696 een tweede druk en een
derde in 1714. De nieuwe eeuw begroette hij 3 Jan. 1700
Portret naar eene gravure uit de collectie van Dr. N. J.
Scheltema, aanwezig op het Gemeente Museum te ’s-Gravenhage.
'-) „Ter inkomste van Willem III, den Haag spreekt”. 1691.
(bij Mullern°. 9209).
Lijkklagt over het afsterven van Joannes, aartsb. van Kantel
berg. (1695). Muller n°. 9451
Lijkrede over het afsterven van Maria Stuart.... uitgesproken
14 Febr. 1695. (Muller n°. 9418) met gedicht aan Willem III.
8) A. J. Servaas van Royen inStemmen voor waarheid en
vrede, 1900. blz. 776—786.
4) Paulus leven of XXVII predik. ’s-Gravenhage 1695.