6+ HET SINT ANTONIUS-GESTICHT TE ’s-GRAVENH AGE. „Instructie „meesters, een oud beeldje, dat aan in bruikleen is afgestaan de kapel en „en drank als anderszins, de beweegredenen zijn, dat er „zelfs vele van die ongelukkigen uit andere steden en „plaatsen hierheen kwamen, waardoor het geheel der- „zelven tot 70 is geklommen, tengevolge waarvan het „Gesticht vergroot is en meerdere zitplaatsen aange- „bouwd zijn. Dit huis, zegt hij verder, is in allen deele „zoo welgesteld en geschikt als er een is in andere „steden van Holland, hebbende fraaien tuin en wijd- „uitgestrekte ruimte, door geen huizen belemmerd, ’t welk „aan het gebouw en aan de krankzinnigen een groote „verfrissching verschaft”. In dien tijd had het gesticht zijn eigen kerkhof, dat echter in 1730 reeds buiten gebruik was. In de Regentenkamer stond 1 den patroon herinnert, en nu aan ’t Gemeente-Museum alhier. De bediening van de kapel was opgedragen aan kapelmeesters, die als hoofd een Deken hadden. Zij werden door den Magistraat van den Haag aangesteld. Dit blijkt uit het 3de Artikel van de „Provisioneele voor de in 1560 benoemde twee Burge- waarin zij met Schout en Schepenen ge- „machtigd werden te eligeeren alle die Dekens en „Hoofdmans van Gilden, Kapelmeesters, Pesthuismeesters, Vinders, Broodwegers enz.” Volgens de Riemer, werd in 1569 aan het Ziekenhuis toegevoegd het Pesthuis. De bekende schrijver van Oud Den Haag in de Hof stad zegt reden te hebben om aan te nemen, dat reeds minstens een halve eeuw vroeger het „Siekhuis” voor pestlijders bestemd was. Den Haag kocht namelijk op 17 Jan. 1519 van Gerrit Jansz. Ranaut een huis en erf, staande op de Geest tusschen de St. Anthonius-kapel en ’t Siekhuis van der Pestilentie. Op 30 Sept. 1516 had de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 80