65
Memoriaal- en Sententieboek van het Hof.
5
HET SINT ANTONIUS-GESTICHT TE ’s-GRAVENHAGE.
Magistraat reeds gekocht een huis en erf op de Geest, naast
het later gekochte huis van Ranaut gelegen, welke akte
van verkoop in margine wordt toegelicht door de woorden
„Beroerende de koop van zekere kameren aan ’t Pest-
„huis van den Haag, welke door den Secretaris Adriaan
„Benninck Matthijsz. vóór 1574 werden geschreven”.
Die aankoopen wijzen op uitbreiding der Stichting, waar
toe men in 1564 ook schijnt overgegaan te zijn door
aankoop van een henniptuin en erf, gelegen westwaarts
van de Vleersteeg. Eerst was eigenaar Arent Teuwe, die
daar ter plaatse in het huis, genaamd de Vleerboom,
woonde. De Magistraat kocht den grond van Adriaan
Cornsz. Lantman.
Nu is het wel waar, dat het eigenlijke Pesthuis eerst
later gebouwd is, al werden er reeds pestzieken in het
„Siekhuis” opgenomen, maar dan is de Riemer toch nog
10 jaar in verschil, want in Augustus 1579 werd de
afbraak van de kapel gekocht tot opbouw van een
Pesthuis.
Het komt mij voor dat het Pesthuis niet zooals de schrijver
in de Hofstad zegt in 1579 gebouwd is, maar dat het reeds
bestond in 1564, want ik heb in de Notulen van het krank
zinnigengesticht gevonden, dat in 1564, op 24 Januari,
een verkoop plaats vond van twee huizen en erven om
te annexeeren aan het Pesthuis door Cornelis Huygens,
zoon van den Burgemeester van den Plaag. Ik denk
dat de schrijver bedoeld heeft, tot verbouw in plaats van
tot opbouw of wel tot het opbouwen van een verdieping.
Het „Siekhuis”, dat aan de kapel, zooals ik reeds zeide
in 1488 verbonden was was wel degelijk reeds in
dat jaar tot Pesthuis ingericht. Het was speciaal bestemd