73 HET SINT ANTONIUS-GESTICHT TE ’s-GR AVENH AGE. Hij leest een ample Memorie voor om aan te toonen, dat hij ten onrechte door zijne vrienden in dit huis geplaatst is, en verzoekt deze Memorie in handen van Wethouderen van den Haag te stellen, welk verzoek toegestaan wordt. De Wethouders antwoorden dat het geen punt hunner deliberatie behoort te zijn deze zaak te beslissen. Regenten staan Willem Oosthout toe met een praktisijn te mogen spreken, omdat zij alleen aan gesteld zijn om een opzicht te houden op de behandeling der geconfineerden en geenszins om te onderzoeken of dezelve te recht of te onrecht geplaatst zijn. Bij het begin der i9dl’ eeuw toonden Regenten hoe zeer zij verlangden dat de krankzinnigen goed behandeld zouden worden. Onder vele andere Artikelen werd in de instructie voor het personeel het volgende opgenomen Zij moeten als bedienden zich weten te beheerschen (dit doelt op de verplegers), nimmer eenige drift, onwilligheid, vrees of verlegenheid betoonen en mitsdien alle mogelijke geduld en bedaardheid aan den dag leggen. Zij vooral moeten nooit uit het oog verliezen dat zij met menschen te doen hebben die van hun verstand beroofd zijn en door hun zielsziekte onwillekeurig tot buitensporigheid gedreven worden. Eene zoo mogelijke zachtzinnige, goed aardige behandeling der patiënten is noodzakelijk tot hunne genezing. Hoe menschlievender en vriendelijker zij zich derhalve betoonen, des te meer aanspraak op goedkeuring zij zullen verwerven. Dadelijke mishandeling, het aandoen van lichamelijk leed of onthouding van het geen den patiënt toekomt zonder bepaalde voorkennis van den Geneesheer, zal dadelijk ontslag ten gevolge hebben. Vreemd noem ik het dat men als het ware den genees heer het recht gaf te besluiten over het al of niet aandoen van lichamelijk leed of tot onthouding van hetgeen den patiënt toekomt. Zal men het in de toenmalige Regenten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 89