I
HET HUIS VAN JOHANNES WTENBOGAERT
TE ’S-GRAVENHAGE.
1) H.C.Rogge, Johannes Wtenbogaert en zijn tijd. Amst. 1874/76.
I 53. Dit boek blijft het standaardwerk. Wie een kort overzicht
van het leven des gevierden, en als grooten stichter der kleine
Remonstrantsche Broederschap, zoo beroemden man, begeert,
wordt voldaan door het opstel van Dr. J. A. Beijerman in
Uit de Remonstrantsche Broederschap iste jaargang 1890, blz.
73-103.
2) H. C. Rogge, Brieven en onuitgegeven stukken van Johannes
Wtenbogaert, Utrecht 1868—1875. I- blz- 9-
Tresoriers-rekening van den Haag. 1591/92, blz. 99, verso.
1592/93 blz. 110 verso, 1594 95 blz. 136, 1595/96 blz. 157 verso,
berustende op het Rijksarchief.
Toen Johannes Wtenbogaert „om redenen van staet”
te Utrecht afgezet, en daar nog vertoevende, te ’s-Hage
op 14 Maart 1590 was beroepen rj overwon hij zijne
aarzeling onder den drang van Maurits en Oldenbarnevelt,
en vestigde zich in de residentie. Hij woonde daar eerst
bij goede vrienden in. Zoo was hij in Februari 1591 de
gast van Nicolaas Doubleth, Secretaris der Staten van
Holland, die woonde op de plek waar nu het Hotel de
Twee Steden staat. 2) Van 1591 1597 woonde hij „achter
't Stadhuys” en ontving als „augmentatie syner huyshuere”
die hij van de Staten kreeg, van de ’s-Gravenhaagsche
Schepenen jaarlijks 25. 3)