74 HET SINT ANTONIUS-GESTICHT TE ’s-GRAVENHAGE. prijzen dat zij den verplegers strenge wetten voorschrijven, wat het laatste aangaat zoo verdient zulks groote af keuring en het laat zich niet goed overeenbrengen met hun voorschrift: „nooit te vergeten dat zij met menschen te doen hebben, die van hun verstand beroofd zijn”, en met hetgeen verder als voorschrift wordt opgegevenDe verplegers mogen geen ruwe uitdrukkingen, schimp of smaadredenen bezigen, hen nimmer met den naam van „dwaas, gek of dergelijke woorden” betitelen. De patiënten, zoo staat er verder, moeten altijd aangesproken worden alsof zij volkomen bij hun verstand waren, de zieken niet uitlokken om dwaasheden te verkoopen. Zij moeten de patiënten in alles goed observeeren en verslag doen aan Regenten; zij mogen buiten het huis niets mede- deelen aan familie of wie ook. Verordeningen en voorschriften zooals ik in de notulen las zijn zeker mooi en spreken van liefde, maar... werden die verordeningen opgevolgd? Ik ben van het tegendeel overtuigd. In het jaar 1846 werd er een voorstel gedaan tot uit breiding van het Gesticht wegens het groot aantal patiënten, Op 17 Mei heeft de architect Saraber een plan tot uitbrei ding ingezonden, om boven de gezelschapszalen in de mannen- en vrouwenafdeeling eene verdieping tot slaapzalen en reconvalescenten-kamers op te bouwen. Het werd goed gekeurd; de vrouwenvleugel is er echter bij ingeschoten. In 1847 is er weer over verbouwing gesproken. Burgemeester en Wethouders verzoeken Regenten ten spoedigste te willen melden hoeveel daartoe door Regenten kan worden bijgedragen, omdat door hun Edelachtbaren niet wel aan den Raad een voorstel kan gedaan worden om ook uit de stadskas tot verwezenlijking van het plan een bepaalde som bij te dragen, indien niet tevens kan worden gezegd hoeveel het Gesticht zelf daartoe wil af-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 90