76 HET SINT ANTONIUS-GESTICHT TE ’s-GRAVENHAGE. In 1853 besloot men tot het doen houden van Gods dienstige aanspraken van Gereformeerde predikanten en R. K. geestelijken voor die patiënten, welke daartoe geschikt bevonden werden. De Predikant van Koetsveld en de Kapelaan Hastic verklaarden zich in 1854 daartoe bereid; zij werden daarvoor gehonoreerd metƒ60 en ƒ40. Op 24 Juli 1855 bracht koningin Sophie een bezoek aan het Gesticht, hare ingenomenheid betuigende over de doelmatige Inrichting en over de goede orde en rein heid die er heerschte, terwijl Hare Majesteit zich geruimen tijd met de krankzinnigen onderhield. Den 27ste April 1884 kwam de nieuwe wet op de krankzinnigenverpleging en moest het Gesticht dien tengevolge vergroot worden, wat in 1886 plaats vond en waarvoor de Inrichting de kapitale som van f 25000 uitgaf. Was het dus dat men alle recht scheen te hebben om over alles wat het Gesticht betrof tevreden te zijn, toch gebeurde er iets dat men als het ware eene revolutie in het krankzinnigengesticht kon noemen. Zekere Mevrouw Johanna Te Gempt, weduwe van Arnold Anthonie Azweer Stuten, in leven oud Rijks- ontvanger, die op 26 October 1890 het Gesticht als herstelde patiënte verlaten had, gaf twee jaar later eene brochure uit, getiteld: „Mijne Ervaringen in het Krank- zinnigen-Gesticht te ’s-Gravenhage, Slijkeinde N°. 2”. Deze brochure werd alom verspreid, en vooral rondom het Gesticht druk gevent. Zij was geschreven om het publiek er op te wijzen, dat de Directie, een doctor en op één enkele na het geheele personeel, dus verplegers en verpleegsters, zich tegenover de zieken zóó gedroegen, alsof het allen misdadigers waren; dat, in weerwil van den Orthodoxen geest die er heerschte, de geboden van menschenliefde met voeten werden vertrapt. Volgens haar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1903 | | pagina 92