DE HAAGSCHE JODEN, l8oo I9OO.
IO4
Donkere wolken hingen over Nederland bij den aanvang
van 1800. Treurige gebeurtenissen, waarvan de naweeën
zich lieten gevoelen, hadden een korte spanne tijds vooraf
plaats gehad. Niet lang toch was het geleden dat Pichegru,
gebruik makende van een strengen winter, door de stad
houderlijke partij bijgestaan, over de toegevroren Waal
met een Fransch leger tot in het hart van Holland drong.
De Stadhouderlijke familie het geliefd Oranjehuis
had de wijk naar Engeland genomen. De Republiek der
Vereenigde Staten had, met afschaffing der stadhouderlijke
waardigheid, den naam van Bataafsche Republiek aange
nomen. Om echter de eer te hebben als zoodanig
erkend te worden, moest Staats-Vlaanderen aan Frankrijk
worden afgestaan, moesten roo millioen gulden betaald
en nog andere opofferingen gedaan worden. Daarenboven
was de Republiek door deze omwenteling in oorlog ge
raakt met de Engelschen, die de Nederlandsche Koloniën
in Oost- en West-Indië wegkaapten, de Kaap de Goede
Hoop veroverden en een groot gedeelte der Hollandsche
vloot bemachtigden in een zeeslag bij Kamperduin. x)
Gevolg was stilstand in den handel. Tot overmaat van ramp
ontstonden binnenlandsche twisten en verdeeldheden. De
Republiek was geheel van Frankrijk afhankelijk geworden.
En om nu de toenemende macht der Franschen te fnuiken,
werd door een vereenigde Engelsch-Russische leger
macht in Noord-Holland eene landing gedaan, waarbij
wel de Fransche en Nederlandsche troepen het Engelsch-
Russisch leger noodzaakten zich weder in te schepen,
maar de Republiek verloor het overschot harer vloot dat
aan de Engelschen werd overgeleverd.
Later bij den vrede van Amiens (1802) gaven de Engelschen
al de veroverde Koloniën, behalve Ceylon, terug; doch, toen
kort daarop de oorlog opnieuw uitbarstte, viel het hun ge
makkelijk de teruggegeven Koloniën weder te bemachtigen.