DE HAAGSCHE JODEN, l8oo I900.
IIO
Grootvader van wijlen graaf Rutger Jan Schimmelpenninck
van Nijenhuis.
O.a. de na te melden Mr. C. D. Asser te Den Haag en
Dr. Capadose te Amsterdam.
Den jeugdigen M. J. van Gigch (de later bekende Haagsche
advocaat) wiens familie door de kruitramp te Leiden, waar
zij toen woonde, zwaar getroffen werd, liet hij voor zijne
particuliere rekening studeeren. Ter gelegenheid van die ramp
gaf Koning Lodewijk tallooze blijken van zielenadel.
in bijzonderheden af; in bijzonderheden vooral wat de
Haagsche Israëlieten betreft. Het waren donkere dagen
nog donkerder toen Napoleon, als alleenheerscher van
Frankrijk optredende, dra den vorm van bestuur der
Bataafsche Republiek veranderde. Wel trad als Raad
pensionaris op de Bataafsche Gezant te Parijs, Schimmel
penninck i) die den Joden een goed hart toedroeg, wat
ook getuigd kan worden van den edelen, maar zwakken
en ziekelijken Koning Lodewijk een van Napoleons
broeders die met afschaffing van het Raadpensionaris
schap tot Koning van Holland werd verheven. Napoleon
had het daarheen weten te leiden dat de Hollanders,
even als de Joden in hun tijd, een Koning vroegen. De
Hollanders werden daartoe echter eigenlijk genoodzaakt.
Zoowel het bestuur van Schimmelpenninck als dat van
Koning Lodewijk werd door de Joden als een verademing
beschouwd. Laatstgemelde erkende de verdiensten van
vele uitstekende Joden, niet alleen door hen tot verschillende
Staatsbetrekkingen, maar ook tot Ridder der door hem
ingestelde orde te benoemen. Velen hunner stonden bij
hem in blakende gunst. 2) Een schijn althans van onaf
hankelijkheid had Holland nog behouden onder Lodewijk's
welwillend en humaan bestuur. En niettemin hadden
de Haagsche Joden, evenals het meerendeel hunner overige