DE HAAGSCHE JODEN, l8oo I9OO. I 12 verdwenen, en men betreurde nu het aftreden van den goedhartigen Koning Lodewijk. Bosscha verhaalt dat de vaderlandsche vlag toen alleen nog bleef wapperen op het kleine eiland Decima, in Japan, waar de Fransche heerschappij haar niet kon bereiken. Behoeft het gezegd te worden dat de Haagsche Joden onder deze moreele en financieele slagen diep, ja zeer diep terneergedrukt waren Geen pen vermag hun leed te beschrijven. Geen wonder dan ook dat Napoleon in hun oog als een tweede Nero werd beschouwd. Door geloofwaardige personen werd ons verhaald, dat van aan zienlijke Haagsche Portugeesche Israëlieten velen, vooral dames, de Synagoge verlieten wanneer daarin het gebed voor Keizer Napoleon werd uitgesproken en eene zelfs uit wanhoop de hand aan haar leven sloeg na eerst letterlijk weggekwijnd te zijn. Bij overlevering vernam schrijver dezes, dat in sommige Haagsche Port. Isr. familiën Oranjeliederen gezongen werden om in huis de herinnering aan de Oranje’s levendig te houden. Portretten van Willem IV en Willem V werden als geheime relikiën achter slot zorgvuldig bewaard. Zoo werd de liefde voor Oranje onder de jeugd overgeplant en werd die liefde voor het opkomend geslacht eene onvervreemdbare erfenis. Toch is meestal te midden van dikke duisternis nog altijd een lichtstraal te bespeuren. Die lichtstraal was de volkomen staatkundige en burgerlijke gelijkstelling der belijders van alle godsdiensten. Wel was reeds lang dank zij vooral den edelen Abt Grégoire, door de Fransche Conventie de staatkundige en burgerlijke gelijkstelling der Joden gedecreteerdwel had ook de Nationale Conventie te Den Haagden 2>i September 1796 tot de emancipatie van de Joden besloten doch ter eere van Napoleon mag getuigd worden dat hij veel heeft gedaan om die besluiten naar be- hooren toe te passen, vooral nadat hij kennis had genomen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 125