DE HAAGSCHE JODEN, l8oo—I9OO.
II4
nieuwe organisatie de Opper-Rabbijn, tevens voorlezer
der Haagsche Port. Israel, gemeente D. Léon tot Con
sistoriaal Opper-Rabbijn benoemd. Een paar dagen echter
vóór zijne installatie als zoodanig brak gelukkig de zon
van Neêrlands wedergeboorte door, bij den heugelijken
terugkeer der Oranje’s. Blijde stemming, vreugde in den
boezem der beide Haagsche Israelietische gemeenten niet
alleen, maar Hosanna ook onder geheel het Nederlandsch
Jodendom.
Wat de Haagsche Port. Israël, gemeente betreft leest
men hierover in een Gedenkschrift in 1876 door schrijver
dezes uitgegeven.
„Het is niet figuurlijk gezegd dat vreugdetranen in
de oogen blonken van onze voorouders die zich ter
Synagoge in het gebed voor het Stamhuis van Oranje
en het dierbaar vaderland vereenigden, en plechtig werd
niet alleen nu, maar ook later, en wel op de verjaar
dagen, die heugelijke gebeurtenis herdacht. Bepaaldelijk
op 20 Juli 1814 werd in de Port.gemeente een buiten
gewone plechtige kerkdienst gehouden om de Voorzienig
heid te danken wegens het tractaat van vrede en vriend
schap op 30 Mei 1814 te Parijs tusschen de Hooge
Bondgenooten gesloten”.
„De Opper-Rabbijn J. A. Lehmans, van de zuster-
gemeentè, sprak eene van diep gevoel getuigende rede
uit voor het welslagen der regeering van Neerlands
Souverein. Wijlen Tal verhaalt in zijne Oranjebloesems”
dat de Opper-Rabbijn een edele en eerwaarde ver
schijning zijn toga in die dagen geheel met Oranje-
strikken had versierd, en zoo ook ter audiëntie ging waar
hij met eere ontvangen en een zetel naast Burgemeester
en Schepenen kreeg.
Na den slag van Waterloo was er geimproviseerd
feest bij den toenmaligen voorlezer der Portugeesche