DE HAAGSCHE JODEN, l8oO-I9OO.
I l6
Aan de familie Salvador werd door Koning Willem I het
erfelijk Jonkheerschap verleend. Vele andere Portugeesch-Israël.
familiën, die daarop ook blijkens de navorschingen van
wijlen Mr. Isaac Da Costa evenzeer aanspraak hadden,
lieten echter om verschillende redenen na. die aanspraken te
doen gelden. De Suasso’s waren reeds veel vroeger in den
Nederlandschen adel opgenomen.
2) Als zoodanig later benoemd tot Ridder der Orde van den
Nederlandschen Leeuw.
leden te ’s Gravenhage wonende, als permanent college
(dagelijksch bestuur) zouden moeten worden beschouwd.
Tot dit college behoorden achtereenvolgens, wat de
Haagsche Portugeesche Israëlieten betreft,/Ar.M.Salvador
I. Henriques de Castro 2) en mr. A. de Pinto.
De tweede was voorzitter, de eerste en derde waren
achtereenvolgens onder-voorzitter. Secretaris waren Dr.
•S. Stein en na diens overlijden A. B. Wolff. In eene
reeks van 17 artikelen werd de werkkring der gemelde
Hoofd-Commissie omschreven. De eerste voorzitter was
Dr. Em. Capadose, Ridder der O. v. d. Ned. Leeuw, te
Amsterdam. Deze Commissie was eene gemengde en
bestond uit Israëlieten van beiderlei ritus of lithurgie.
Veel, ja zeer veel werd op instigatie van Koning
Willem I gedaan voor de bevordering van het Israël,
godsdienst-onderwijs en prediking in de landtaal, het
geen vroeger bij de Port. Isr. in het Spaansch of
Portugeesch en bij de zustergemeente in het Hebreeuwsch
of ook wel in jargon (een mengsel van Hebreeuwsch,
Duitsch, enz.) Zij, die zich in dit opzicht onderscheidden
werden zelfs door den Koning met eene door Hem daartoe
ingestelde Eerepenning begiftigd. De eerste leerrede in
de landtaal werd op Konings verjaardag (24 Augustus) in
de Haagsche Portug. gemeente gehouden door A. C. Carillon,
Predikant bij de P. Isr. gemeente te Amsterdamde tweede,