DE HAAGSCHE JODEN, l8oO— IQOO. 125 „Bouwstoffen voor de Geschiedenis van de Levensver zekering in Nederland door de Directie van de Algemeene Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente te Amsterdam". -) De (vroegere) schoonzoon van professor Lobatto zou te be scheiden zijn geweest zich-zelf hier te vermelden. Ik grijp gaarne de gelegenheid aan om de leemte, die daardoor zou zijn ontstaan, aan te vullen. De heer M. Henriquez Pi neutel, de schrijver dezer bladzijden, behoorde tot de zeer verdienstelijke, veelzijdig ont wikkelde, volijverige mannen, die in het maatschappelijk en godsdienstig leven een belangrijke plaats innamen Na het ver laten van de ambtelijke betrekkingen die hij vroeger bekleedde (Departements-ambtenaar van Financiën, Rijksontvanger) wijdde Inspecteur en nog later tot Adviseur (bij Binnenlandsche Zaken), daarna tot Hoogleeraar aan de Delftsche Academie en eindelijk tot honorair Hoogleeraar aan de Polytechnische School te Delft. Menige wetenschappelijke opdracht ontving hij van Regeeringswege. Niets dat eenigzins met de statistiek in betrekking stond geschiedde zonder advies van Lobatto. Met Lipkens en Uylenbroek werd hij naar Parijs afge vaardigd tot rectificatie van den standaardmeter; buiten kosten van den lande werd hem het secretariaat der Commissie voor de Statistiek opgedragenhij werd uitge- noodigd de berekeningen te maken voor het conversieplan van den Minister Rochussen, terwijl hem ook het onderzoek van statuten en tarieven van Levensverzekering-Maat- schappijen werd opgedragen Een groot aantal leerboeken schreef hij, vooral over de Hoogere Wiskunde. Zijne „Lessen over de Hoogere Algebra” beleeft reeds een vijfden druk. Toen Lobatto nog in Den Haag woonde was hij een poos voorzitter van het Kerk- en Armbestuur der Nederl. Portugeesch-Isr. gemeente aldaar. Te midden zijner drukke wetenschappelijke en ambts bezigheden, wist hij alzoo nog tijd te vinden voor de belangen der kerkelijke gemeente waartoe hij behoorde. 2)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 138