DE HAAGSCHE JODEN, l80O— I9OO.
I3I
Vergelijk Biz. 116.
onder de Israëlietische kinderen; maar dan zoo was
de gedachtengang van dat Bestuur moest aan den anderen
kant ten behoeve van die kinderen voor goed en degelijk
godsdienstonderwijs gezorgd worden. Uit dat oogpunt
beschouwd, verdient dan ook toejuiching en sympathie
eene opgerichte godsdienstschool voor betalenden, en
flinke verbetering van het onderwijs (nu alleen godsdienst
onderwijs) op de school voor kinderen van behoeftigen.
De uitkomst van deze maatregelen heeft volkomen aan
de goede verwachtingen voldaan, vooral in Den Haag,
waar nooit door Joodsche ouders rechtmatige klachten
over aanstoot bij het onderwijs zijn ingebracht.
Reeds lang waren de beide in dit opstel vermelde
Opper-Rabbijnen de eeuwige rust ingegaan en respec
tievelijk vervangen door de WelEerwaarde Heeren
J. van J. Ferares voor de Portugeesche gemeente en
B. S. Berenstern voor de andere Haagsche Israëlietische
gemeente. Aan eerstgemelde was reeds vroeger een
Eerepenning toegekend voor een door hem gehouden
redevoering in de Landstaal, later in een bundel uitgegeven
met ook Hollandsche redevoeringen van Amsterdamsche
ambtgenooten. Beide Heeren hebben zich ook op het
gebied van humaniteit hoogst verdienstelijk gemaakt, niet
in het minst ook in betrekking tot de oprichting van het
Isr. Weeshuis en het Isr. Ziekenhuis. Welverdiend mocht
op beider borsten het Virtus nobilitat" prijken.
Over het algemeen zijn de beide Haagsche Isr. gemeenten
in het bezit van vele weldadigheids-inrichtingen. Schrijver
dezes heeft daarvan eene uitvoerige mededeeling in bij
zonderheden gedaan in het Haagsche Jaarboekje voor
1891 Blz. 46 72. Toen bedroeg het aantal reeds 18.
Tijdens het Rabbinaat van den WelEerw. Heer