138
DE FRANSCHE TIJD.
„ter bestudeering der geschiedenis van ’s-Gravenhage”,
waarvoor men wel zal doen zich in acht te nemen.
Men vraagt zich allicht af, wat is wel het karakter
van dit ambt, welke zijn de bevoegdheden van een
dergelijk ambtenaar, die zelfs aan de Pers voorschrijft,
hoe de geschiedenis van haar tijd te schrijven? Een
Prefekt was vooral in de dagen van het eerste Keizerrijk,
en is thans nog in Frankrijk in hooge mate, de almachtige
vertegenwoordiger van het gezag. Hij is het hoofd der
uitvoerende macht, der administratie, „de cette admini
stration que ['Europe nous envie”, zooals de Franschman
vroeger met het ernstigste gezicht der wereld zeide; hij
is hoofd der politie, zoowel der politieke als der veilig
heidspolitie. Hij leidt de verkiezingen overeenkomstig
den wil zijner Regeering, en brengt in verband hiermede
rapporten uit over de min of meer onderworpen stemming
zijner geadministreerden.
Kenmerkend is dan ook zeker, dat de cartonnen doos,
waarin het archief van de Stassart rust, tot opschrift
draagt Bouches de la Meuse: Esprit public et elections.
Men begrijpt hieruit met hoe weinig enthousiasme in
Nederland in het land der ware vrijheid, een dergelijke
bemoeial ontvangen en geduld werd. Te meer, daar het
natuurlijk niet in de bedoeling der Regeering te Parijs
kon liggen, alhier, naar de pas veroverde wingewesten
de zachtaardigste zijner ambtenaren te zenden.
De Stassart, een geboren Belg, was, wat men thans
nog noemt, een „Préfet a poigne”. Bij gelegenheid van
standjes was hij zelf de eerste om er in persoon met de
wacht op uit te rukken, en voor herstel van de rust te waken.
Bepaald hard of ruw was de Stassart echter niet.
Waar hij met zachtheid en beleid de gemoederen voor
den Keizer kon winnen, deed hij zulks en hij werd
hierin trouw bijgestaan door de onder prefekten van het