DE FRANSCHE TIJD.
147
D. W. A. Patijn, conseiller Municipal, P. Heiligers, con-
seiller Municipal, J. G. d’Oldebarnevelcl dit Witte Tullingh
Commandant en Chef de la Garde Nationale, le Colonel
du 18e Régiment Pelleport, le Chef de bataillon Jacques,
Ampt commissaire de Police.
Te Rotterdam werden op denzelfden dag de Boompjes
in Quai Napoléon veranderd en het Haringvliet Quai du
Roi de Ronje genaamd. Caan was in die dagen aldaar
sous-préfet.
Omtrent dit feest te ’s-Gravenhage gevierd, vind ik
nog een en ander gemeld in het Journal du Departement
des Bauches de la Meuse, waarvan exemplaren door de
Stassart naar Parijs werden gezonden, waarschijnlijk om
zijn eigen proza aldaar te doen bewonderen.
Des ochtends om 10 uur vereenigden zich de burgerlijke
en militaire autoriteiten volgens hun godsdienst, de protes
tanten bij den Staatsraad van Maanen, ie Président van
het Hof, de katholieken aan de Prefektuur. Vandaar ging
ieder deputatie in optocht naar het kerkgebouw van haar
godsdienstige gezindheid, waar Bidstonden enTeDeums
gehouden werden. Daarna vereenigden zich allen aan
een „très-beau déjeuner” bij van Maanen. Verder had er
een „couronnement de rosières” plaats, zooals in Frankrijk
in vele kleine plaatsen nog gebruik is. Deze rosières
werden na afloop der plechtigheid in het huwelijk ver
bonden aan oud-militairenmen verneemt niet of dit op
haar verzoek geschiedde. De stad had haar een bruid
schat verstrekt en Mevrouw de Stassart de toiletten
bekostigd.
De jonggehuwden zaten daarna Js avonds aan bij het
diner, gegeven door den Prefekt, „dont ils n’oublieront
jamais les bontés” en werden vervolgens in de koetsen
van de Prefektuur naar den schouwburg gereden, alwaar