DE FRANSCHE TIJD.
159
Oldebarneveld doen
L’exemple d’Amsterdam n’a été que trop bien imité
hier 17 par La Haye. Dès 7 heures du matin la cocarde
orange se trouvait a tous les chapeaux, a commencer
par ceux de M. Ie comte de Styrum, de M. le comte de
Hogendorp, frère du général et de M. Reepelaer, frère
du sous-préfet de Dordrecht. Des rassemblemens se
formaient dans toutes les rues et faisaient entendre les
cris de Vive le Prince d’Orange.
Je fis appeler M. le maire et je lui dis que dans
une heure il fallait que par la voix de la persuasion, il
eut fait disparaïtre la cocarde et dissoudre les rassem-
blements ou que je ne serais plus maïtre d’arrêter la
gaf. Een groote menigte was op de been. Des nachts
werd gepatrouilleerd en de kreet Oranje Bovenaange
heven. De commissarissen van politie hadden verzuimd
de kroegen te doen sluiten.
De Prefekt beklaagt zich in dit schrijven, dat hij in
den Haag bijna geen troepen heeft, 150 man van het
4e Reg. vreemdelingen en 100 man van de réserve-
compagnie. Den 14^0 schrijft hij opnieuw om zich over
het gemis aan troepen te beklagen. Bovendien was dien
dag de schutterij uitgerukt met oranjelinten versierd. Hij
vermoedt dat van Oldebarneveld daartoe last had gegeven.
Wanneer hij meer garnizoen bij de hand had gehad,
zoo schrijft de Stassart, had hij van
oplichten en naar Parijs zenden.
Den tóen Weet hij nog snel enkele achterblijvers van
de lichtingen 1808, 9, 10 en 11 op Arnhem te dirigeeren
en zijn volgend schrijven, gedateerd den i8en November
is geschreven teGorcum, waarheen de Stassart
den vorigen dag, den 17611 de wijk had genomen.
Hij beschrijft in dezen laatsten brief den beroemden
dag van 17 November 1813 op de volgende wijze: