DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE i9e EEUW.
Volks-
de regeering zich de zaak niet aantrok
blijft het ons een raadsel, hoe
Over de oudste couranten in Nederland,
almanak 1863.
Laat ik dit „persoverzicht” beginnen met het meest
welsprekende een cijfer-groepeering, die eigenlijk gezegd
het resumé van de volgende bladzijden bevat in één
formule. In 1842/43, het jongste jaar, waarover (in het
Adresboek voor den Nederlandschen Boekhandel) ik de
stelselmatige opgave heb kunnen vinden, bedroeg het
aantal dag- en weekbladen in het geheele land 52, van
welke, met inbegrip van de Nederlandsche Staats- Courant,
slechts 5 dagelijks verschenen en alle overige vakbladen
ingesloten een- of enkele malen per week.
Aan het einde van 1900 telde Den Haag alléén 67
couranten (dag- en weekbladen). De beide lijsten zijn
als Bijlagen A en B hierachter afgedrukt. (Eene, tot 1903
bij gewerkte, Bijlage C is er later aan toegevoegd.)
Die cijfers spreken voor zichzelven.
De eerste couranten hier te lande in hoogst ge-
brekkigen vorm dagteekenen uit het midden der
zeventiende eeuw. Groote geheimzinnigheid was toen de
voorname eigenschap van Burgemeesteren die de „be
weging der drukpers” in handen hadden. Men bepaalde
er zich toe, de belangrijkste feiten uit eigen omgeving
te verzamelen.
„Maar zelfs nu
schreef R. Fruin x)