1.64
Wij vinden
1797 1.798. De Politieke Blixem; motto Procul a Jove
procul a fulmine.
DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW.
woordigers van
hangers van
het liberale, de Oranjeklanten de aan-
het conservatieve beginsel dier dagen waren,
gaf tevens het aanzijn aan tal van nieuwe couranten en
weekbladen. Al zeer spoedig na het uitbreken van den
oorlog had de patriottenpartij te beschikken over meer
dan één orgaan, waarin de tegenpartij voortdurend werd
bestreden of aangevallen.
Tot de veelgelezen patriottenblaadjes behoorde vooral
Janus, een orgaan dat zich bijna uitsluitend de bespotting
van de politiek der Oranjepartij had ten doel gesteld.
Toen echter in den zomer van 1787 de Oranjepartij
weer de overhand kreeg, liet Janus ’t er bij zitten en
overleed, na den ign Augustus zijn testament te hebben
gemaakt, dat, voorzien van een rouwrand, achter het
laatste nummer voorkomt. Acht jaren later, tijdens de
omwenteling van 1795, werd het blad geheel in denzelfden
vorm hervat onder het opschrift Janus verrezen, waaraan
Joh. Kinker zijne medewerking verleende. Ook dat blad
werd gretig gekocht en druk gelezen en verwekte zooveel
vraag naar den ouden Janus, dat de uitgevers Meerburg
en Onnekink te Leiden besloten den ouden echten Janus,
bij hen in de jaren 1786 en 1787 gedrukt en uitgegeven,
te herdrukken. De tweede reeks werd in 1798 gestaakt,
doch in 1800 in Den Haag voortgezet als Janus Janus
zoon. Het succes van Janus gaf ook aanleiding tot
navolging onder bijna gelijkluidende titels te Leiden en
te Delft, zoodat er in 1802 drie verschillende Janussen
uitkwamen. Tegelijk met deze laatste serie verschenen
er nog tal van gelijksoortige blaadjes, o.a. de Politieke
Blixem, bij de uitgevers van de Janussen.