167
DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW.
een
den beklaagde bereikt niet ’t peil
goed inzicht waarvan de schrijver
van ge
vrij verwijderd verschiet
Het artikel bevatte o.a. de volgende dichtregelen:
„Wee! dierbaarst Vaderland, waar een verbitterd Volk,
Zich immer wraak verschaft door wapenen en dolk!
Wee iederen Dwingeland! het bloed dat hij doet stroomen,
Zal, schoon zijn trots verwint, nog op zijn schedel komen,
Of is de zaak van ’t Volk in het belang der menschelijkheid,
Van geen gewigt in ’t oog der Oppermajesteit?”
beschouwt worden, dan als een schandelijk en vuylaardig
schotschrift”. 'l
De „defensie” van
van den moed en van
had doen blijken. Of is de „prognosticatie”
beurtenissen die nog in
lagen, minder verrassend sterk dan de woeling van de
partijschappen welke de Republiek van de helling snel
deden afdalen? De schrijver verklaarde voor den Hove
„dat hij alleen dien brieff en droom aan Van Tienen
gefourneerd had „quasi met oogmerk om deszelfs Ver
trouwen te winnen, en dus in staat te geraken, om het
blad De Politieke Blixem uit de waereld te helpen, waar-
omtrend hij verder nog heeft voorgegeeven, dat gemelde
Van Tienen hem bij zekere geleegendheid geproponeerd
hebbende om nu en dan iets in den Politieken Blixem
te schrijven, hij zulks eerst geweigerd, maar naderhand
aangenomen had, nadat bij hem door die aanvrage van
Van Tienen het denkbeeld was opgekoomen, om de
zamenstellers en correspondenten van het blad uittevinden,
ten einde onbehoorlijke stukken machtig te worden en
daar meede te handelen als een goed Burger betaamd”.
Het Hof hield den heer captain Herpe minder ignobel
dan hij zichzelf schatte; bij sententie van den Hove van
20 May 1802, werd „opgrond, dat een exemplaar van n». 42
publiquelijk door handen van den Drossard van den Hove