DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW.
175
dan die zulks verkiezen mocht, zoude het officieele
dagblad behoeven te houden, terwijl daarin alleen adver
tenties van publieke Besturen zouden opgenomen worden
daarentegen moesten alle door deze aan andere couranten
opgegeven annonces ook aan de „Koninklijke Courant"
zoo heette zij toen (1807 -1809) ter opname tegen
betaling gezonden worden.
Voordat zij „Nederlandsche Staats-Courant” werd,
onderging dat blad nog de volgende naamsveranderingen
Koninglijke Staats-Courant (11 Juni 1806); Koninklijke
Courant (1 Jan. 1807); Moniteur van Amsterdam (14 Juli
1810) ; Courrier d’Amsterdam (in twee talen, 21 Juli 1810);
Feuille politique du Département du Zuiderz.e (1 Dec.
1811) ; Staatkundig dagblad van de Zuiderzee (17 Nov.
1813). De „Nederlandsche Staats-Courant” verscheen,
krachtens besluit van 18 Dec. 1813, voor het eerst den
in Januari 1814.
Toen van lieverlede het staatkundig leven ten onzent
zich meer ontwikkelde en de verschillende Staatspartijen
haren invloed in ’s Lands Raadzaal sterker deden gevoelen;
vooral toen de conservatief-politieke partij als machtige
minderheid in de Vertegenwoordiging haar gezag deed
gelden en nog meer nadat van lieverlede de groepen
der kerkelijke partijen zich in de Kamer en in de Pers
krachtige positie begonnen te verwerven, rezen jaarlijks,
bij de Staatsbegrooting, klachten over den „partijdigen”
inhoud van de Staats-Courant. In het binnenland bleef
zij doorgaans volkomen neutraal. Zij verviel daarbij zelfs
in een uiterste waarover meermalen werd geklaagd. Het
Gouvernement maakte, naar veler oordeel, te weinig gebruik
van de Staats-Courant voor officieuse mededeelingen of
inlichtingen; maar de buitenlandsche post, die doorgaans
zorgvuldig en met talent werd bewerkt, kon onmogelijk
zich aan den invloed van zekere partij-richting onttrekken.