176 DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW. Weliswaar bepaalde de Redactie zich meestal tot het, liefst in extenso, wedergeven van officieele bescheiden, zooals buitenlandsche Troonreden, parlementaire adressen van antwoord, Kamerdebatten en dergelijke; maar ook hier is voor den zelfstandig denkenden journalist volkomen objectiviteit bijna onmogelijk. En vooral bij samentrekking van staatkundige debatten, bij de keus inzonderheid van de organen waaraan men de toelichting van gewichtige politieke gebeurtenissen ontleent, ontkomt men maar zelden aan. de eenzijdigheid van zekere geestesrichting. Een „liberale” strekking meende men in de redactie der officieele courant te zien doorschemeren en daarover werd meer dan eens geklaagd. Daar kwam nu de provinciale politieke pers hare wieken begon uitteslaan en deze de officieele concurrentie best kon missen onmiskenbaar bij een zekere geest als die de „courantiers” bezielde, die in ’t begin der eeuw zoo geducht opzagen tegen de verschijning van het officieele nieuwsblad; een mercantiele geest „niet zoozeer uit zuiver winstbejag ontsproten, als uit politieke ijverzucht om voor de kleine provinciale pers baan te breken.” En daaruit is ook te verklaren het verzet, dat nu en dan van bevoegde zijde rees tegen de gegrondheid van de klachten over partijdig heid der Staats- Courant, omdat men den dag zag komen waarop een voor de politieke mannen gemakkelijk, later zelfs kosteloos verkrijgbaar blad de voornaamste aan trekkelijkheid zou verliezen die het destijds voor velen haddie van een met vaardige en deskundige pen gere- digeerd overzicht van de groote buitenlandsche gebeurte nissen, methodisch en met groote zaakkennis gegeven. Maar de Staats-Courant mocht niet langer nieuwsblad zijn het had zich noch met buitenlandsche politiek, noch met beurstijdingen en dergelijke te bemoeien. Eene poging om het nieuws te condenseerenom speciaal de parle-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 189