190 DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW. 1) Wij vinden in October 1819 ook een „Algemeen Nederl. Nieuws- en Advertentieblad”, dat te ’s-Gravenhage verscheen; maar het blijkt niet hoelang dat duurde. 2) Gagneux keerde des ondanks den in October 1845 weder voor het „letterkundig gedeelte” bij het Journal de la Haye terug er den indruk echter van, dat de heer Henri Box de hooge bescherming altijd door bleef genieten en dat hem de hand boven ’t hoofd gehouden werd telkens als Gagneux of de bekende Adriaan Van Bevervoorde, die ook een der slachtoffers van sluwen intriguegeest schijnt geworden te zijn, zich bij hooggeplaatsten kwamen beklagen. Tusschen de veranderde omstandigheden van het Journal de la Haye en de gelijktijdige oprichting van een „Neder- landsch Nieuwsblad’' 1) bestaat nauw verband. In Les Mystères du Journal de la Haye (A. P. Van Langenhuijsen 1844), 2) wordt gezegd: „II s’agissait alors de reprendre le Journal de la Haye en sous-oeuvre et de fonder en même temps Ie Nederlandsch Nieuwsblad”Maar van het Journal de la Haye Wenschte men de aandacht af te leiden, zonder nochtans openlijk te erkennen, dat het Nederl: Nieuwsbl. (zooals wijlen De Avondbode 15 Nov. 1837 31 Maart 1841) een soortgelijk orgaan was. „Het werd” volgens De Bosch Kemper, Geschiedenis van Nederland na 1830 „geschreven onder onmiddellijken invloed van den Minister, deels door ambtenaren aan het Ministerie van Justitie verbonden, deels door iemand die later in de rechterlijke macht is geplaatst.” Mr. H. Box en Leopold Loebenberg waren ook hier uitgevers en drukkers. Het verscheen 1 Juli 1842 en 31 December 1843 eindigde het reeds. Alle onafhankelijke bladen hadden dan ook, volgens De Bosch Kemper, geklaagd over den beleedigen- den, vaak lasterlijken toon van het ministerieele blad. Door invloed van den heer J. J. Rochussen (den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 203