DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW.
192
x) Er zijn uit die periode aardige anecdotische bijzonderheden
mij bekend die echter moeilijk kunnen worden wedergegeven.
Eén enkel detail dus slechts, bij wijze van aardigheid. De
order bestond dat de Koning altijd het eerste exemplaar van
de courant moest ontvangen. Op zekeren avond, toen alles in
de bureaux was afgeloopen, ontving de aanwezige of daar
wonende redacteur, de heer Loebenberg, een haastige order
namens den Koning om een in het blad voorkomende onjuist
heid te rectificeeren. „II faut que cela soit changé immédiatement”
luidde het bevel. Eenigzins onthutst ontving de heer L. die
aanzegging. De courant was afgedrukt en verspreid „Dites a Sa
Majesté qu’Elle sera obéie” luidde het antwoord. De Koning
heeft zich waarschijnlijk nooit vergewist of het mogelijk was
gebleken de reeds af gedrukte en verspreide courant te „ver
anderen”.
27 voorstellen tot
mr. Donker Curtius
van den Spectator voorkomende artikelen van mr. Sautijn
Kluit, „Asmodée en De Burger”, bevatten meer bepaaldelijk
omtrent die processen en wat daarmee samenhangt hoogst
belangwekkende bijzonderheden.
Voor den rechter constateerde mr. Box destijds, dat
slechts de buitenlandsche politiek door hem in het Journal
was behandeld. Te dien opzichte valt op te merken, dat,
volgens de Arnhemsche Courant van 10 Mei 1846, mr.
Box niet vreemd was gebleven aan pogingen tot ver
wezenlijking van den ouden wenschde hereeniging met
België, welk denkbeeld in 1846 nog niet door iedereen
was losgelaten.
Toen na de verwerping van de
Grondwetsherziening in Maart 1848,
optrad verscheen het bericht (27/28 Maart): „A dater
de ce jour toutes relations politiques entre le Gouver
nement et le Journal de la Haye ont cessé d’exister”.
(En dergelijke relatien heetten in ’t geheel niet bestaan
te hebben 1)
Toen werd de Courant een tijdlang geldelijk gesteund
uit de persoonlijke fondsen van Koning Willem II. x)