195 DE HAAGSCHE DAGBLADPERS IN DE I9E EEUW. In 1843 werd de zegelbelasting opnieuw geregeld en voor couranten enz. en wel met eene schaal van op klimming van 1 cent voor 15 vierk. Ned. palmen tot i*/2, 2> 21/2, 3> 3r/2 en 4 cents telkens per 5 palm, en voorts bij opklimming, telkens met verhooging van een halven cent voor iedere, zelfs onvolledige, reeks van 10 vierk. Nederl. palmen, ook voor bijvoegsels, proefbladen enz., dit alles met bovendien 38 opcenten. Enkele uit zonderingen werden op die zegelbelasting toegelaten en drukwerken waarvan het papier ten hoogste 2 vierk. Ned. palmen bedroeg, waren vrij. Het zegel voor buiten- landsche en in de overzeesche bezittingen gedrukte couranten, werd bepaald op 11 2, 3, 41 2 cent en voorts bij opklimming, telkens met verhooging van 1 */2 cent, voor iedere, zelfs onvolledige reeks van 25 vierk. Ned. palmen. Het zegel voor de advertentien bleef onveranderd be paald op 25 cents voor elke plaatsing. Met de opcenten klom dit bedrag tot 341/2 cent, en gemakshalve werd door den courant-administrateur van de inzenders van advertentien nu maar 35 cents geheven (meer dan thans menige advertentie in de kleinere bladen kost). Door de vrijstelling van drukwerken op papier berieden de 2 vierk. palmen, verrees, in de provincie vooral, een groot aantal ongezegelde goedkoope blaadjes, die klein maar vinnig werden tegen het gezag en in die dagen veel kwaad deden. Dit verdroot Van Hall, die- in 1845 de vrijstelling van de zegelbelasting bij de wet deed beperken tot alle drukwerken, behalve „dagbladen, couranten en nieuwspapieren”. Sommige dezer blaadjes lieten zich niet afschrikken en betaalden voortaan 1 cent zegel, maar wreekten zich door toenemende felheid van toon. Slechts enkelen echter hielden den strijd vol en de overgeblevenen hebben zich dan ook weten staande te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 208