’s-GRAVENI-IAGE GEDURENDE DE EEUW. 13 I9DE natie werd gevierd en hoe zij aan de vergetelheid is ontrukt door de onthulling van de gedenknaald op het duin op 24 Augustus 1865, den jaardag van Koning Willem I, die den 16 Maart 1815 bij proclamatie de regeering als constitutioneel Koning aanvaardde daar hij het bestuur als Soeverein Vorst niet wenschte bestendigd te zien, als niet strookende met den geest des tijds en met zijne eigen overtuiging. Merkwaardig is het dat de „honderd dagen” van Napoleon volstrekt geen invloed uitoefenden op den gang van zaken alhier; ‘s-Gravenhage was weder de residentie, ofschoon het van 1816 tot 1830 dat voorrecht moest deelen met Brussel. Allerlei organisatiën en verbeteringen werden ter hand genomen, het paleis in het Noordeinde werd van 1815—21 verbouwd in den tegenwoordigen vorm, terwijl als voorloopige residentie van den Soevereinen Vorst het fraai gebouw der Kon. Bibliotheek was aangewezen, en tal van andere openbare gebouwen wisselden van bestemming; de 71 buurten werden in 1816 hervormd in 22 wijken, thans saamgesmolten in 8 afdeelingenaanstootelijkheden wer den uit den weg geruimd, zoo o. a. werd voor het laatst in 1814 eene vrouw op het „Groene zoodje” ge worgd en in 1830 werd de Gevangenpoort als gevangenis opgeheven. Maar treurige gebeurtenissen wisselden af met zeer verblijdendede verwonding van den Prins van Oranje, onzen lateren Willem II, bij Quatrebras, welke vreemd genoeg eerst twee dagen later in den Haag bekend was, baarde aanvankelijk zorg, doch zijn huwelijk in 1816 met Grootvorstin Anna Paulowna werd daar entegen met vreugde gevierd; zoo ook het huwelijk van Prins Frederik in 1825 en van Prinses Marianne in 1830, onmiddellijk opgevolgd door den Belgischen opstand. Inmiddels was Willem I onvermoeid bezig geweest om den volksgeest uit zijn sluimer op te wekken door het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1904 | | pagina 20